Geborduurd Thais jasje uit Noord-Thailand
In een winkel met traditionele handgemaakte artikelen op het vliegveld van Chiangrai, de meest noordelijke provincie van Thailand, vonden we een prachtig geborduurd Thais jasje, geheel bedekt met borduurwerk in kruissteek. Dit borduurwerk is duidelijk geïnspireerd op dat van de bergstammen, die nog veel in Noord-Thailand voorkomen. In dit artikel geven we graag wat meer informatie over het borduurwerk uit deze streek, en we hebben ook de teltekeningen van de gebruikte motieven voor u, om er zelf mee aan de slag te gaan.
Lan Na
Het noorden van Thailand is vanaf 1296 tot in de jaren twintig van de vorige eeuw een onafhankelijk koninkrijk geweest, waarbij de verschillende stadstaten een grote autonomie hadden ten opzichte van de koning in Chiangmai. De naam van dit koninkrijk was Lan Na, wat zich laat vertalen als land van een miljoen rijstvelden. Lan Na strekte zich in haar hoogtijdagen uit van de rivier Salween in het tegenwoordige Myanmar in het westen tot Louang Prabang in Laos in het oosten, en van Sipsong Panna in Zuid-China tot aan het koninkrijk Ayutthaya. De laatste koning van Lan Na was Kaeonawarat, die in 1939 overleed. Gedurende zijn regeringstijd werd Lan Na geleidelijk een onderdeel van Thailand.
Noord-Thailand is een tamelijk bergachtig gebied, waar behalve de Thais ook verschillende bergstammen leven, die ieder hun eigen cultuur hebben. Het handwerk van deze bergstammen is zo bepalend voor hun cultuur en identiteit, dat in sommige delen van het voormalige Lan Na deze bergstammen alleen nog maar door hun handwerk- en klederdrachttradities zijn te onderscheiden van andere volkeren. Het borduurwerk van bergstammen zoals de Yao, Karen, Maeo en Akha staat op een hoog niveau en heeft tegenwoordig veel belangstelling van toeristen. Een groot deel van wat de vrouwen van de diverse bergstammen maken wordt dan ook verkocht aan toeristen.
Geborduurd jasje in Noord-Thaise stijl
Het jasje dat we hier bespreken is waarschijnlijk niet door iemand van een bergstam gemaakt, maar het product van een ontwikkelingsorganisatie, die aan Thaise vrouwen in het noorden een bijverdienste bieden. Veel van deze organisaties zijn, vaak door het koningshuis, opgezet om alternatieve inkomsten te bieden voor het wegvallen van de opiumteelt, die hier vroeger veel voorkwam. De patronen zijn deels afkomstig van de Yao, maar niet de veelkleurigheid (de Yao borduren over het algemeen alleen in wit, blauw, rood en geel).
Dit jasje is geborduurd in bijna twintig verschillende kleuren. Alhoewel deze kleuren volgens westerse begrippen soms met elkaar ‘vloeken’, stoort dit op de zwarte ondergrond niet. Bijna het gehele jasje is bedekt met borduurwerk in kruissteek, geborduurd met één draad op een 11-draads aftelbare, zwarte stof. Het garen is katoen, maar wat dikker dan waar in Europa gewoonlijk mee geborduurd wordt. De kraag en de sluiting zijn afgewerkt met eveneens zwarte, geweven hennep, een stof die veel in Noord-Thailand gebruikt wordt. De sluiting is een schijnsluiting; de sierknoopjes zijn oude Chinese muntjes met een gaatje, die vastgezet zijn met satijnen lintjes. Het jasje is met een fijne katoenen stof gevoerd. Het is verder een eenvoudig, tamelijk recht model dat het borduurwerk mooi doet uitkomen.
Zelf maken
Het is een mooie uitdaging om dit jasje zelf te maken. U zult er even mee bezig zijn, maar als het eenmaal klaar is veel bewondering mee oogsten. Het gefotografeerde model is in maat L, maar let wel: een Thaise maat L, die kleiner uitvalt dan een Nederlandse. Als u zelf het jasje gaat maken, is het verstandig eerst de stof op uw eigen maat te knippen en deze vervolgens te borduren, anders borduurt u te veel of te weinig. Als u wat langer bent dan de gemiddelde Thai, en die kans is groot, zult u een of twee geborduurde stroken extra moeten invoegen. Het borduursel van de voorpanden en de rug is gelijk, dat van de mouwen afwijkend. Als u dus dient te verlengen kunt u van de mouw een strook toevoegen aan het voorpand en vice versa.
Overigens kunt u met deze patronen ook een hele mooie, Thaise merklap maken. Alle patronen onder elkaar zijn ongeveer 1,30 m hoog, maar u kunt natuurlijk invoegen of weglaten naar eigen inzicht.
Maten van het Thaise geborduurde jasje
De geborduurde delen van dit jasje in maat L hebben de volgende afmetingen:
Voorpand breedte boven 15,5 cm, onder 22 cm, hoogte 65 cm (maal twee: links en rechts);
Rugbreedte boven 42 cm, onder 47 cm, hoogte 66 cm;
Mouw boven 39 cm omtrek, onder 30 cm, lengte 52 cm vanaf de schouder en 40 cm vanaf de oksel.
De teltekeningen hieronder zijn van een voorpand en van de mouw, in maat L. Voor de rug dient u dus het patroon van het voorpand te gebruiken, maar de banden wat langer door te borduren. De teltekeningen zijn op de grootste breedte gemaakt, dus circa 30 cm voor de mouw en 22 cm voor het voorpand. Met name het bovenste stukje van de mouw, bij de inzet in de schouder, is heel smal. Knipt u dus eerst de stof of teken hem af met kleermakerskrijt, anders borduurt u veel te veel.
Wanneer u met DMC of vergelijkbare garens borduurt, kunt u het beste twee draden gebruiken. Het originele jasje is met één draad geborduurd, maar deze is dikker dan de gebruikelijke borduurgarens hier. U borduurt op een zwarte, aftelbare 11-draads borduurstof met een naald 24 of 26.
Wij wensen u er veel succes mee.
Teltekeningen
Respectievelijk voorpand boven, voorpand onder, mouw boven en mouw onder (klik op de afbeelding voor een vergrote afbeelding).
Aantal keren gelezen: 28941.
Deel dit artikelby
prachtig