Nederlandse stoffen van Vlisco bepalen het straatbeeld van West-Afrika
Stoffen uit Helmond internationaal bekend als ‘Dutch wax fabrics’
Bij iedere opname van een West- of Centraal-Afrikaanse straat, plein of markt valt ons meteen de rijk gekleurde kleding in opvallende patronen op, die we al snel als ‘typisch Afrikaans’ kenmerken. De meeste mensen realiseren zich niet dat een groot deel van deze kleurrijke stoffen in Afrika, waar deze kleding van gemaakt is, afkomstig is van de Nederlandse producent Vlisco uit Helmond. Vlisco uit Helmond? Ja, alhoewel Vlisco in Nederland of Europa nauwelijks een markt heeft, kent iedereen in West- en Centraal-Afrika dit merk. Al tientallen jaren gebruikt men bij uitstek deze stoffen om de sensationele Afrikaanse kleding te maken waar de kleuren vanaf spatten.
Vlisco, sinds 1846
Van oorsprong opgericht door Jan Willem Sutorius, een Duitse emigrant, nam in 1846 Pieter Fentener van Vlissingen de fabriek over en concentreerde zich op de export van katoenen, op batik geïnspireerde stoffen naar Nederlands-Indië. De fabriek wist de lokale, handgemaakte batikstoffen goed te imiteren, mede doordat men machinaal een craquelé-effect wist te creëren, dat zo kenmerkend is voor batik.
Afrikaanse KNIL-soldaten die, nadat ze afzwaaiden in Nederlands-Indië, terugkeerden naar hun vaderland Ghana, namen wat lappen stof mee, die daar zeer in de smaak vielen. Doordat de koloniale overheid in Indië de lokale producenten beschermden tegen de Nederlandse industriële productie, vond Vlisco in Afrika vanaf 1876 een belangrijke nieuwe exportmarkt. Het ging daarna snel, vaak in samenwerking met lokale handelaren, speciaal voor de Afrikaanse markt stoffen ontwerpen.
In oorsprong werd de katoenen stof met handstempels van een patroon voorzien. In 1906 kocht Vlisco een wasdrukmachine. Daarmee produceerde men de stoffen veel goedkoper dan voorheen. De bedrukte patronen werden nog tot 1993 met handstempels nabewerkt, waardoor iedere lap stof een uniek karakter had. Sinds 1993 maakt men de stoffen geheel machinaal. De naam ‘Vlisco’ werd overigens pas in 1970 ingevoerd en is een afkorting van Fentener van Vlissingen & Co. Sinds 2006 heeft Vlisco ook eigen winkels en produceert het ook mode en accessoires. De stoffen zijn internationaal bekend onder de noemer ‘Dutch wax fabrics’.
De rol van Vlisco in Afrika
De wasbedrukte stoffen van Vlisco zijn lang verbonden aan Centraal- en West-Afrika en hebben een verrassende geschiedenis. Veel van deze patronen vertellen verhalen en beelden die Afrika’s verleden weerspiegelen en de toekomst verbeelden. Op de foto’s bij dit artikel ziet u het grensoverschrijdende karakter van Vlisco met zijn klassieke ontwerpen. Deze klassiekers vernieuwt men regelmatig en daarnaast komen er nieuwe eigentijdse patronen bij. Mode-ontwerpers in West-Afrika en andere delen van de wereld gebruiken de Vlisco-stoffen tegenwoordig voor opvallend levendige mode en accessoires.
Wanneer een stof de fabriek verlaat wordt deze in het algemeen slechts aangeduid met een voorraadnummer. De vrouwen die er in handelen in de openluchtmarkten in Afrikaanse steden en hun klanten geven de patronen namen die geïnspireerd zijn door de actualiteit, politiek, religie en materiële cultuur. Dergelijke patronen verwerven maatschappelijke betekenis, status en waarde en worden cultureel geassimileerd in de Afrikaanse samenleving. Ontwerpen kunnen vele interpretaties hebben, afhankelijk van waar ze worden gebruikt.
Patronen met een betekenis
Een van de klassieke patronen is onder andere het ‘Happy Family-ei-motief’, dat een beeld van een kip, omringd door haar kuikens en aanstaande kuikens (eieren) omvat. Dit is een verwijzingen op het belang van het gezin. Het ‘Gevallen Boom-patroon’ fungeert als een visuele vervanger voor een spreekwoord dat eenheid en kracht weergeeft in Ghana. Het ‘Alphabet-ontwerp’ symboliseert de waarde die Afrikanen hechten aan onderwijs. ‘Zwaluwen’, een symbool van geluk, verwijst naar de vergankelijkheid van rijkdom. Het klassieke Zwaluwen-patroon werd gedragen door stewardessen van Air Afrique in de jaren ’70. Het bijzondere patroon is geherinterpreteerd en staat nu symbool voor de globalisering.
Het ‘Oog-patroon’, een van de langstlopende Europese ontwerpen voor de Afrikaanse markt, bestaat in meerdere varianten en kleuren. Het oorspronkelijke ontwerp van 1904 door de Haarlemse Katoenmaatschappij werd geïnspireerd door de Egyptische god Horus, een symbool van bescherming, koninklijke macht en een goede gezondheid. Sommige van de oog-patronen waren bedoeld om in stilte de interesse in een huwelijkskandidaat te communiceren. In Nigeria wordt het originele patroon ‘ogen’ genoemd, in Ivoorkust heet het ‘Bull’s Eye’ en wordt het gedragen door een vrouw die bij een man wil opvallen. In Ivoorkust drukt het klassieke ‘Jumping Horse-patroon’ rivaliteit tussen bijvrouwen uit. Igbo-vrouwen in Nigeria gebruiken dit ontwerp om de eenheid van de familie uit te dragen tijdens de jaarlijkse vrouwenbijeenkomst.
Geliefd bij Afrikaanse mode-ontwerpers
Een van Nigeria’s meest vooraanstaande modeontwerpers, Lanre da Silva Ajayi, die bekend staat om haar ultra-vrouwelijke ontwerpen en elegante gebruik van prints, heeft samengewerkt met Vlisco bij tal van projecten, waaronder een galajurk. Dit ensemble van de ontwerpster wordt gemaakt in een beperkte oplage met een glinsterende gouden opdruk en versierd met de voor de ontwerpster kenmerkende kralen en pailletten.
Eigenaar en creatief directeur Araba Stephens Akompi van het Ghanese modehuis Stylista heeft patronen met een Spaanse waaier herleid tot een flamenco-stijl jurk met een typisch Afrikaanse twist. Stylista ziet deze galajurk als een evolutie van de traditionele Ghanese blouse met bijpassende rok.
Nederlandse mode-ontwerpen voor Afrika
Lange tijd verzorgde een dochterbedrijf van Unilever de distributie van Vlisco-stoffen in Afrika. Aan het eind van de vorige eeuw nam Vlisco deze distributie over. Vlisco ontwerpt nu ook zelf kleding voor de Afrikaanse markt voor marketingdoeleinden. Chef-modeontwerpster van Vlisco Inge van Lierop is al sinds 2008 verantwoordelijk voor het vertalen van elk seizoensgebonden concept in stijlvolle ensembles. Een strapless, tweedelige trouwjurk, gemaakt van twee kleurencombinaties van hetzelfde patroon, is versierd met kralen, zoals de sluier die werd geborduurd in India. Een opnieuw vormgegeven mini-jurk, gemaakt in de late jaren ’60-stijl, is een eerbetoon aan die tijd, toen het ontwerp voor het eerst populair werd. Het klassieke ‘Angelina-patroon’, geassocieerd met de dashiki – een losse tuniek, gedragen door mannen en vrouwen – werd bijgewerkt en gekleurd in lichtgevende pastels voor een meer eigentijdse uitstraling.
Vlisco en de toekomst
Sinds 2010 is het bedrijf in handen van een Britse investeringsmaatschappij. De laatste jaren waren niet gemakkelijk voor het bedrijf; een crisis in West-Afrika door lagere olieprijzen en de ebola-uitbraak deed de omzet dalen en goedkope imitaties uit China hielpen ook al niet. Sinds 2017 maakt het bedrijf weer winst en werkt men hard aan verder herstel. In 2021 kwam Vlisco in handen van de Amsterdamse investeerder Parcom.
Bovenste foto: bruidsjurk, ontwerp van de Nigeriaanse mode-ontwerpster Toju Foyeh – foto Anna Nicholas.
Foto’s van Vlisco en het Philadelphia Museum of Art.
Aantal keren gelezen: 81652.
Deel dit artikelby
Toen NRC Handelsblad nog een mooi maandelijks Magazine had, in de jaren ’90 en ook begin 2000 was er een heel nummer gewijd aan de stoffen van Vlisco.
Ik wilde, dat ik het nog op de pak had, het was prachtig en verrassend.
Er schijnt nu een tentoonstelling te zijn in Schiedam over mode en iemand plaatste op Instagram een afbeelding, die me herinnert aan de stoffen uit Helmond.
Ik ga het onderzoeken en ga er zeker heen.