De wandtapijten van Johanna Schütz-Wolff

Johanna Schütz Wolff - Mutter und Kind - Handwerkwereld

Een carrière met twaalf jaar onderbreking

Johanna Schütz-Wolff was een weefster van wandtapijten (en graficus) in het Duitsland van de twintigste eeuw. Ter gelegenheid van de 125ste geboortedag van deze kunstenares willen we graag wat meer over haar carrière schrijven en natuurlijk ook haar werk laten zien. Bij het zien van haar werk doemt onbewust de vraag op in welke mate de duistere periode in de geschiedenis van haar vaderland tijdens haar carrière een rol speelde bij haar kunstzinnige ontwikkeling.

Johanna Schütz-Wolff - Handwerkwereld

Johanna Schütz-Wolff.

Johanna Wolff werd in 1896 in Halle geboren als dochter van de architect Gustav Wolff. Alhoewel talentvol, begon haar ontwikkeling traditioneel. Na een bezoek aan een presentatie voor handwerkleraressen schreef zij zich in aan de Groothertogelijke Kunstacademie van Weimar. Zij wisselde diverse malen van opleidingsinstituut. Al tijdens haar vorming exposeerde zij in 1916 haar eerste grafische werk. In de stijl van het expressionisme waren haar media in het begin email en houtsnedes.

De eerste wandtapijten

Männerakt (foto Textil Forum).

Männerakt (foto Textil Forum).

In 1920 kreeg zij de leiding van de nieuwe Textilwerkstatt en in de loop van de jaren ’20 begon zij de eerste wandtapijten op groot formaat te maken. Zij werd beïnvloed door de laat-expressionistische kunstenaars Macke, Marc en Schmidt-Rottluff. Ze had daarbij een onorthodoxe aanpak waarbij de ketting, in tegenstelling tot bij de klassieke gobelin, een dragend beeldelement werd. Ze naaide individuele weefbanen samen en borduurde de contouren over.

In 1923 trouwde zij met de theoloog Paul Schütz. Twee jaar later verlieten zij Halle voor Schwabendorf. Een reis naar Egypte in 1928 had een grote invloed op haar en beïnvloedde haar werk hierna wezenlijk. In de latere twintiger jaren nam zij deel aan een groot aantal belangrijke tentoonstellingen in Duitsland. De wandtapijten van Johanna Schütz-Wolff maakte grote indruk op de kunsthistoricus Ludwig Grote, waarbij met name haar werk ‘Männerakt’ zijn waardering kreeg (1930).

Die Betende 1932 wol en linnen in keperbinding, contouren geborduurd - Handwerkwereld

‘Die Betende’ (1932), wol en linnen in keperbinding, contouren geborduurd.

Nazi-tijd: entartete kunst

Haar carrière zou zich in de jaren ’30 ongetwijfeld voorspoedig verder kunnen ontwikkelen, ware het niet dat de Nazi’s, met hun specifieke opvattingen over kunst, in het begin van de jaren ’30 aan de macht kwamen. In 1938 werd een wandtapijt van haar als zijnde ‘entartete kunst’ in beslag genomen. Uit angst voor vervolging vernietigde zij dertien wandtapijten uit eigen werk.

Ze kreeg geen uitnodigingen meer om aan tentoonstellingen deel te nemen en sollicitaties om les te geven bleven onbeantwoord. In de late jaren ’30 tot aan het eind van de oorlog beperkte zij zich strikt tot kerkelijke kunst, omdat daar de bemoeienis van het Nazi-regiem gering was.

Einsamkeit 1949 viscose en linnen in keperbinding, geborduurde contouren - Handwerkwereld

‘Einsamkeit’ (1949), viscose en linnen in keperbinding, geborduurde contouren (detail).

Naoorlogse jaren

Je zou deze periode van zo’n twaalf jaar als verloren tijd kunnen beschouwen. Toch zag na de oorlog Schütz-Wolff kans de draad moeiteloos op te pakken. Van haar naoorlogse werk gaat echter een bepaalde gestrengheid uit. Zij maakte veel gebruik van lijnen, vlakken en structuren. Hoofdmotief is telkens de mens, maar soms werden er ook dieren in haar composities betrokken. Je ziet een duidelijke ontwikkeling richting abstractie, alhoewel het figuratieve nooit helemaal verdwijnt.

In de jaren ’50 stapt zij meer en meer over op grafiek, met name kleurenhoutsnedes en litho’s, waarbij zij mede gebruik maakt van haar uitgebreide ervaring met wandtapijten. Behalve in Duitsland exposeert zij ook internationaal veel. Zij overleed in 1965 in Zuid-Beieren.

Johanna Schütz-Wolff - Liegende (1924)

Johanna Schütz-Wolff – Liegende (1924).

Het is moeilijk te bepalen hoe Johanna Schütz-Wolff zich als kunstenares had ontwikkeld als die duistere periode in het midden van de vorige eeuw er niet was geweest. Er is veel gezegd en geschreven over de invloed van ontbering op de creatieve ontwikkeling van kunstenaars. Meestal is het niet duidelijk of die uiteindelijk positief of negatief is te duiden. In Duitsland is men het er echter over eens dat de wandtapijten van Johanna Schütz-Wolff een grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van een hele generatie van beeldende kunstenaars na haar. In die zin kun je zeggen dat ze de duisternis heeft overwonnen.

Waar zijn haar wandtapijten te zien?

Johanna Schütz-Wolff - Einsamkeit (1949).

Johanna Schütz-Wolff – Einsamkeit (1949).

Bayerischen Staatsgemäldesammlungen, München
Stedelijk Museum Schloß Rheydt, Mönchen-Gladbach
Nationalgalerie, Berlin
Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg
Hessischen Landesmuseum, Darmstadt
Grassimuseum, Leipzig

Bovenste foto: Mutter und Kind II (1931).

Johanna Schütz-Wolff - Frau unter Bäumen 1949 wol 190 x 130 cm - Handwerkwereld

‘Frau unter Bäumen’ (1949), wol, 190 x 130 cm.

Frau vor Landschaft (1954, foto Textil Forum).

‘Frau vor Landschaft’ (1954).




Aantal keren gelezen: 2080.

Deel dit artikel
FacebooktwitterredditpinterestlinkedintumblrmailFacebooktwitterredditpinterestlinkedintumblrmailby feather

2 reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.