Roemeense point-lacé kant, een bijzondere vorm van bandkant
Roemeense kant – beter: Roemeense point-lacé kant – is een oude techniek uit Transsylvanië waarbij men een basisstructuur, gevormd door gehaakt band, met naaldkant verbindt en opvult. Over de oorsprong verschillen de meningen. Het heeft gelukkig de tijden overleefd, inclusief de communistische tijd onder Ceauşescu. Tegenwoordig maakt men het vooral voor de toeristenindustrie. Er is over Roemeense kant weinig informatie in het Nederlands te vinden. Het leek ons daarom een interessant onderwerp voor deze site.
Verwantschap en oorsprong
Point-lacékant komt in verschillende vormen in heel Europa en het Midden-Oosten voor. Gebruikelijk wordt lint of band – geweven of geklost – gebruikt om de hoofdstructuur van het werkstuk te bepalen. Daarbij vult men de open vlakken ertussen in met naald- of
kloskant. Voorbeelden zijn Battenburg kant, waarbij het lint meestal opengewerkt is, maar waarbij vaak het middendeel uit een katoenen of linnen stuk ongedecoreerde stof bestaat. Een ander voorbeeld is Russische kant. Daarbij klost men het lint in de definitieve vorm en, terwijl het werkstuk vordert, vult men de ruimte ertussen in. Ierse kant wordt geheel gehaakt.
Roemeense point-lacékant is beslist onderscheidend van andere point-lacévormen. Ten eerste wordt er voor de structuur geen geweven of gekantklost lint gebruikt, maar een gehaakte band. Hierdoor krijgt Roemeens kant wat meer reliëf. Daarnaast kenmerkt veel point-lacékant zich door vlakvulling met naaldkant, maar niet met de naaldweeftechniek die Roemeens point-lacékant kenmerkt.
Waar kwam Roemeens kant vandaan?
Rond de vorige eeuwwisseling werd point-lacékant erg populair in Europa. In die tijd was Transsylvanië, waar Roemeense kant vandaan komt, een onderdeel van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Volgens velen kwam de techniek uit Frankrijk via Hongarije in Transsylvanië. Bovendien werd point-lacékant in Roemenië vroeger ook wel lacette genoemd, een Frans woord.
De oudste vorm van pointlacé-kant is echter koptisch en verspreidde zich vanuit Egypte over de rest van het Midden-Oosten. Zo zou het op die manier via het Ottomaanse rijk naar Roemenië gekomen zijn. Ook voor deze theorie is een taalkundige onderbouwing. Deze kantsoort noemde men in Roemenië ook wel macramé, naar het Turkse makrama, wat een doek is, afgezet met franje en knoopwerk, in Bulgarije en Turkije gebruikt om spiegels af te dekken. Makrama is bovendien het sterke, katoenen garen dat uit Turkije geïmporteerd werd. Volgens deze theorie zou Roemeens kant dan ook als techniek veel ouder zijn.
Na de Tweede Wereldoorlog, toen Roemenië tot het Oostblok behoorde, werd de productie van Roemeense kant georganiseerd in coöperaties. De kant verkocht men toen in speciale buitenlandsevalutawinkels in toeristische gebieden. Sinds de val van Ceauşescu is de productie en handel geheel vrij. Door het arbeidsintensieve karakter van het kant maken is het echter allang geen traditionele vrijetijdsbesteding meer, zoals die vroeger van moeder op dochter werd doorgegeven.
Toepassingen
Roemeense kant maakte men traditioneel thuis om als decoratie gebruikt te worden. Gebruik voor kleding, zoals bij veel andere kantsoorten, komen we niet tegen. Dit komt waarschijnlijk omdat dit toch een wat dikkere en stuggere kantsoort is. Veel voorkomende toepassingen zijn tafelkleden en lopers, wanddecoraties (ingelijst), onderzetters, decoratie van kussens en kerstversiering. De patronen van kleedjes bestaan vaak uit blad- en bloemmotieven.
Techniek
In wezen is point-lacékant geen moeilijke techniek, maar het vraagt wel veel concentratie en precisie om het te maken. De eenvoudigste manier is om het basispatroon, de lijnen die daarna door het gehaakte lint gevormd worden, te tekenen op een dun stuk papier. Dit papier wordt met rijgsteken vastgezet op een stoffen ondergrond.
De basis van Roemeense kant is een gehaakt, enigszins plat, koord. Het voordeel van dit gehaakte koord is dat het makkelijk in bochten is te buigen, zonder dat het omslaat. Bij geweven of geklost lint dient men het lint bij een bocht of hoek om te slaan en met een steekje vast te zetten. Zo’n vouw is toch minder mooi. Wanneer u met deze techniek begint is het makkelijker om een patroon te gebruiken dat uit één doorlopende lijn bestaat. Zo hoeft u zo min mogelijk uiteinden van het koord af te werken.
Dit gehaakte koord zet u op het patroon vast met steekjes om het koord heen, zodat het koord niet beschadigt. Door gebruik van brede en minder brede koorden kunt u bepaalde delen van het werkstuk een bepaald accent geven. Wanneer het koord geheel is vastgezet op de ondergrond verbindt u op de plaatsen waar de koorden elkaar raken met kleine, onzichtbare steekjes. Hiermee hebt u de basis van het werkstuk gelegd.
Opvultechnieken
Tussen het koord zit nu open ruimte, die u gaat opvullen met bijvoorbeeld spijltjes, naaldkant of naaldweefsel. Kenmerkend van Roemeense kant is dat het aantal variaties hierop oneindig is. Bepaalde technieken van opvulwerk worden doorgegeven van moeder op dochter, maar evenzogoed worden er nieuwe versieringen ontwikkeld. De ruimte in de motieven zelf, zoals bloemen en blaadjes, vult men gewoonlijk op met fijn, dicht naaldweefsel. De ruimte tussen de motieven onderling wat luchtiger met spijltjes, zodat in het geheel de motieven naar voren komen. Juist in deze opvultechnieken herkent men de kwaliteit van het werkstuk. Sommige stukken zijn voorzien van uiterst fijn en regelmatig naaldkant.
Wanneer alle open vlakken zijn opgevuld en al het gehaakte koord met elkaar verbonden is, zodat het één geheel is geworden, kunnen de rijgdraden, waar de koorden mee aan de ondergrond vastgemaakt waren, verwijderd worden door deze aan de achterkant voorzichtig door te knippen. Het werkstuk is daarmee af.
Andere decoraties
Een regelmatig terugkerend patroon is de wijnrank met druiven. Het gehaakte koord vormt hierbij de takken en bladeren, terwijl de druiventrossen worden samengesteld uit boullionknopen. Deze worden in een min-of-meer driehoekige vorm met steekjes aan de zijkant aan elkaar vastgezet. De boullionknoop kan men zowel met een gewone naald als met een haaknaald maken.
Een andere, minder frequent voorkomende decoratie is het opnemen van kleine borduurwerkjes in petit-point, zoals te zien is op het voorbeeld aan het begin van dit artikel.
Meer informatie
Boeken
Romanian Point Lace door Angela Thompson
Romanian Point Lace, Beginning en Intermediate door Sylvia Murariu (alleen tweedehands)
DVD
Romanian Point Lace door Sylvia Murariu (o.a. via http://www.nordicneedle.com/)
Aantal keren gelezen: 43613.
Deel dit artikelby
Je trouve que c est un excellent travail et je suis experte en crochet mais j aimerais bien apprendre ce magnique point qui est “naaldKant”.Merci
Beautiful.
thank you very much